Het zijn met name de led-spotjes waarvan er exemplaren sneuvelen. Alle grote led-lampen die ik in de loop der tijd heb aangeschaft doen het [mog steeds] prima. Op het plaatje ziet u de allereerste led-lamp met E27 schroeffitting die op de markt verscheen, de Pharox van Lemnis (2007). Indertijd was dat toch een revolutionaire lamp. Opgenomen vermogen slechts 5W, een behoorlijke blindstroom en volgens de fabrikant met een lichtopbrengst gelijk aan die van een 60W gloeipeer. Dat laatste was een beetje overtrokken, eerder gelijk met een 25W lamp. Zuinig is hij in ieder geval. “Branden” doet hij met een merkwaardige lichtkleur. Ik heb het vermoeden dat grote led-lampen hun warmte beter kwijt kunnen dan de kleine spotjes waarin de behoorlijke warmte die een led toch opwekt noodgedwongen op een heel klein klein plekje is geconcentreerd.
Een van de zaken waarmee producenten graag hun led-waren aan de man brengen is de veronderstelde zéér lange levensduur van ledlampjes. Mijn ervaring met lange led-levensduren is echter maar zo-zo. ik heb lampes gehad die al na een week er de brui aan gaven. Er zijn zegge en schrijve twee lampjes van het hele repertoire, én de bij IKEA gekochte Dioder ledlampjes die het sinds de aanschaf nog steeds onverschrokken blijven doen (nu ca 6 jaar). De snel kapot gaande ledlampjes waren meestal heel goedkope dingen, gekocht bij de bouwmarkt. Men leert door schade en schande, dus gaat men naar de speciaalzaak. De ledlampjes die daar vandaan komen zullen écht wel héél lang meegaan. Nou, eh, nee dus. De lampjes die u ziet zijn vervangers van peperdure 12V GU 5.3 led-spotjes die ik in 2007 had aangeschaft maar die het na 5 jaar vrij regelmatig branden wel voor gezien zagen en ermee kapten (even rekenen: 5×365 dagen x 4 uur = 9.125 uur, vakanties afgetrokken = 9.000 branduren. Dat is niet de 50.000 uur die de fabrikant mij had voorgespiegeld. De spotjes op de foto zijn van de tweede generatie, en ze waren net begonnen aan hun 2e brandjaar. De rechter ging zwakker en zwakker branden en overleed. Morsdood. Ik heb hem uit nieuwsgierigheid opengepeuterd. Branduren: 1 x 365 x 4 uur = 1.460 uur. Conclusie: dit lijkt mij iets voor TROS-Radar. Fabrikanten stellen de levensduur van ledlampen veel te rooskleurig voor. Hebt u ook dat gevoel?
Het gras bij de buurman is meestal groener, maar hier komt erg veel groen tevoorschijn, stekeblind word je er bijna van. In de publikatie Z24 stond gisteren het volgende berichtje over de situatie in Duitsland met betrekking tot de opwekking van elektriciteit in 2013. Duitse Bundesverband der Energie- und Wasserwirtschaft (BDEW) maakte vandaag bekend dat in 2012 het aandeel van duurzame energie in de elektriciteitsproductie 22,8 procent bedroeg. Windenergie was de belangrijkste bron van duurzame energie met een aandeel in de totale stroomproductie van 7,9 procent, gevolgd door biomassa (6,8 procent), zonne-energie (4,5 procent), waterkracht (3,4 procent) en huisafval (0,8 procent).
So far so good. Groen, groener, groenst. Zon draagt daar 4,5% bij aan de nationale elektriciteitsproductie! Hier in Nederland kunnen wij daar in de verste verte niet aan tippen. Helaas wordt de vreugde wat getemperd, want het bericht vervolgt met: “Het aandeel van aardgas zakte naar 10,5 procent, van 12,1 procent een jaar eerder. Kernenergie was goed voor 15,4 procent, van 15,8 procent. De belangrijkste opwekker van elektriciteit in Duitsland was bruinkool met een aandeel van 25,8 procent, van 25,5 procent een jaar eerder. Steenkool zorgde voor 19,7 procent van de stroomproductie, tegen 18,5 procent in 2012. De rest kwam uit verwarmingsolie en pompcentrales”.
bron: Z24
Zojuist las ik het bericht dat de Spaanse firma Abengoa dit jaar bij Santa Elena, in de buurt van Antofagasta in Chili een thermische zonnecentrale gaat bouwen met een vermogen van 110 MW. Even ter plekke kijken met Google Maps leert dat het hier om een woestijn gaat, met andere woorden, met de zoninstraling zit het wel goed. Volgens het bericht behoort dit gebied tot de streken op aarde die het meeste zon ontvangen, iets van 364 dagen per jaar. Gekoppeld aan de opwekkingseenheid (centrale toren omgeven met spiegels) komt een opslag van verzamelde energie. Bron: triplepundit.com
Regelmatig verschijnen publicaties met daarin het elektriciteitsverbruik van het “gemiddelde” huishouden. Nu kijken we in de eerste plaats graag om te vergelijken om ons heen, en in de tweede plaats ziet niemand zichzelf graag als “gemiddeld’. Hoeveel verbruiken de buren, en hoeveel verbruikt mijn huishouden? Hier is een staatje van jaarlijks ‘gemiddeld’ elektriciteitsverbruik per huishouden (afkomstig van Shrink That Footprint, kWh; getallen over 2010):
Canada:11.879 | Duitsland: 3.512 |
Verenigde Staten: 11.698 |
Italië: 2.777 |
Australië: 7.227 |
Rusland: 2.419 |
Frankrijk: 6.343 | Brazilië: 1.834 |
Japan: 5.513 | Mexico: 1.809 |
Groot Brittannië :4.648 | China: 1.349 |
Zuid-Afrika 4.389 | India: 900 |
Spanje: 4.131 | Nigeria: 570 |
Nederland zit in dezelfde divisie als Duitsland, rond 3.500 kWh per huishouden per jaar. Op mijn jaarafrekening van de energieleverancier prijkt 100 kWh in het hoge tarief en 800 kWh in het lage tarief. Bij elkaar 900 kWh. Ik ben dus een gemiddelde Indier! Dankzij mijn zonnepanelen.
Van alle huishoudens op Hawaii heeft tegenwoordig 10% zonnepanelen op het dak. En het aantal groeit razendsnel omdat netstroom duur is en zonnepanelen steeds goedkoper. En de elektriciteitsmaatschappij (een monopolie) heeft kennelijk niet goed de vinger op de pols gehouden. Gevolg: momenten waarop er te veel zelf opgewekte en teruggeleverde stroom het net opgaat en congestie dreigt ververoorzaken. De stroom stijgt de energiemaatschappij naar de lippen bij wijze van spreken. Het is al zo dat men nieuwe, met veel staatssubsidie aangeschafte systemen niet meer aansluit op het net. Men verwacht in het komende kwartaal zodanige voorzieningen getroffen te hebben dat het net al die extra piekstroom aankan. Het verdienmodel klopt door al die zonnepanelen en netinvoieding niet meer helemaal. Het unieke van Hawaii is dat ze geen buurlanden hebben aan wie ze overschotten aan strooom kwijt kunnen, zoals de Duitser hun overschotten duurzame energie eenvoudig kunnen dumpen. In de gaten houden dus. Zou men gratis airco’s gaan uitdelen?
Bron: Al Jazeera America
Ze pakken stevig door, daar in Amsterdam. Op het dak van de Amsterdam Arena worden dit jaar 4.200 zonnepanelen geïnstalleerd, goed voor het opwekken van 10% van het jaarlijkse stroomverbruik. De Arena is niet het enige stadion in ons land dat van panelen wordt voorzien. Euroborg in Groningen heeft afgelopen jaar er een aantal gekregen dankzij particulier initiatief.
gespot op: amsterdamarena.nl
Aangezien een ministerie van Economische Zaken er in de eerste plaats is voor het verdedigen van de bestaande belangen (grote fossiele eregieopwekkers en fossiele energieverbruikers) zou men verwachten dat in een goed georganiseerd land de portefeuille “Duurzame Energie” in ieder geval NIET bij dat ministerie van de Rotsvast Gevestigde Belangen ressorteert. Hier is een lijstje (aangedragen door Paul Cohn)
En in ons land? Eén keer raden. En hoeveel energie wordt in ons land duurzaam opgewekt? Meer of minder dan in bovengenoemde landen. Aweer één keer keer raden.
Meer commentaar van Paul Cohn op het Nederlandse beleid op het gebied van duurzame energieplaatje vindt u hier
Een Nederlands huishouden zou opgetrokken wenkbrauwen veroorzaken als men zo zou juichen over bijna 11 megawattuur jaarverbruik. Het gaat ook niet om wat wij verbruiken, maar wat een gemiddeld Amerikaans huishouden er per jaar aan stroom doorheen jaagt. Op de website van PennEnergy werd op 3 januari trots vermeld dat het verbruik per Yankee huishouden is gedaald tot een niveau van 2001. Men wijt deze daling aan grootscheepse introductie van energiezuinige elektronica en led-lampen. Dit is opmerkelijk omdat de Amerikaanse economie aantrekt en men dus een hoger stroomverbruik verwacht. Bij ons is het stroomverbruik per huishouden ook gedaald, maar dat wordt niet geweten aan vermindering van verbruik door huishoudens maar door verminderde industriële activiteit (aluminiumsmelters!). Overigens past bij het gooi-en-smijtwerk met elektriciteit door onze Amerikaanse vrienden ook de installatie van grote residentiële zonnestroomsystemen. King Size is per slot van rekening een Amerikaanse uitvinding.
bron: post op PennEnergy.com
De Chinezen pakken het met zonnestroom wat grootser aan dan wij, de kruideniersnatie aan de Noordzee. Ik vond een bericht op de website Responding to Climate Change (RTCC) dat men in China het plan heeft opgevat om een zonnestroompark te gaan bouwen met een vermogen dat te vergelijken is met dat van een kerncentrale. Trina Solar maakte afgelopen maandag bekand dat men in de provincie Xinjiang een zonnestroompark gaat aanleggen van 1.000 MWp, ofwel 1 GWp. Nu is men in China wel wat gewend, want men installeerde daar afgelopen jaar eventjes 10 GWp aan zonnestroom. Zonnestroom zit daar stevig in de lift. Kennelijk is de energiehonger zó verschrikkelijk groot en de luchtverontreiniging door kolencentrales zó erg dat er nog wat gigawattpiekjes bij moeten. Men wil in China van hogerhand in 2015 uitkomen op 35 GWp geinstalleerd. Nu is alles, hoe groot ook, en ook in China, relatief. Men is daar namelijk bezig aan en heeft plannen in de pijplijn voor 50 extra kerncentrales. Zou het niet helpen eens iets aan energiebesparing te doen? Wat is de energieafficiency per eenheid nationaal product bij onze Chinese vrienden?
bron van het 1GWp bericht: RTCC